Totaal aantal pageviews

vrijdag 10 juni 2011

Doerak Ding 23: Evaluatie


Op het allerlaatste moment bedacht een, mij onbekende, collega dat deze cursus ook wel eens wat voor mij zou zijn. Plots zat ik tijdens de eerste bijeenkomst van 23-archiefdingen achter een laptop mijn eerste blog te fabriceren. Wat mij die dag het meest aansprak was dat het vooral leuk moest zijn. Dit was niet tegen dovemansoren gezegd. Met kattenverhalen heb ik jaren lang mijn familie- en vriendenkring bestookt en uit deze verzameling kon ik flink putten. Maar ik kwam er snel achter dat de bedoeling iets genuanceerder lag. Dat blog was om mijn bevindingen over de cursus en de ideeën voor ons archief te spuien.

De eerste helft van de aangeboden 23-dingen had ik me als webmaster al grotendeels eigen gemaakt. Pas daarna kreeg ik het idee dat er wat van me verwacht werd en kwam ik zelfs in tijdnood. De opmerking, die ik tegen het einde van de cursus onder ogen kreeg, dat je niet alles hoeft te lezen had van mij wat eerder mogen langskomen.

Wat heeft deze cursus met onze organisatie gedaan? In ieder geval ervoor gezorgd dat er een behoorlijke kaalslag plaatsvond onder het grote aantal cursisten. Ik kan me dat aan de ene kant wel voorstellen wanneer je vanuit het niets ineens met talloze digitale mogelijkheden geconfronteerd wordt. Aan de andere kant vind ik het jammer dat deze mensen mijn blogs met ervaringen niet hebben gevolgd en van hun (vast goede) opmerkingen hebben voorzien en dat ik op dat moment niets van hun ervaringen meekreeg. De cursus en de gerelateerde toepassingen in de organisatie waren hierdoor geen gespreksstof zodat uit te wisselen tips en vragen stellen over en weer niet aan bod kwamen.

Tip van Omajak: Misschien helpt het om voor aanvang van deze cursus een soort mini-cursusje te serveren met uit elk ding één klein voorbeeldje? Wanneer het totaalplaatje bij de cursist bezonken is overziet hij/zij de cursus wat beter. En zeker op tijd laten weten dat ze niet alles hoeven te lezen!

Mijn woordenschat is aardig uitgebreid met kretologie als augmented reality, geospatial en semantic tagging. Ik heb het idee dat ik nu bijna alle hoeken en gaten van de mogelijkheden heb onderzocht en ben beslist tevreden met het complete overzicht. Maar interessanter is natuurlijk te bedenken welke onderdelen we bij onze organisatie kunnen gebruiken.
We gebruiken al wat Google-producten, YouTube, Twitter en Delicious. Daar boven op lijkt me nuttig:
- Flickr voor beschrijvingen van onbekend fotomateriaal (of via social tagging zoals bij het Steve museum)
- georefereren kaartmateriaal en foto's
- informatie opdienen via de website zoals bij de reis van Bontekoe
- projectwiki's voor genealogen
- LinkedIn voor contacten leggen met professionals in de archiefsector
- titels voor de bibliotheek via Librarything opsnorren en in je eigen bibliotheeksoftware plakken ;-)
- een pilot hoe we kunnen chatten met bezoekers
En verder adequaat inspelen op nieuwe ontwikkelingen en op naar 3.0!

Mijn alter ego Omajak laat ik hierna (op sommige sociale sites) een zachte dood sterven. Ben benieuwd hoe moeilijk het is om je te ontvrienden en alle sporen te wissen. Zou dit onderwerpje nog kunnen worden opgenomen in de cursus 24-archiefdingen: Ding 24: sporen wissen?

dinsdag 7 juni 2011

Doerak Ding 22: mobiele toepassingen, de toekomst?

Foto: poes Lubke van zoon Jelle via een HTC Desire vastgelegd en verzonden.

Het zal me verbazen wanneer deze ontwikkeling niet doordendert en er slechts wat slordig woordgebruik van overblijft dat ik later te horen krijg in mijn verzorgingstehuis: oh, Omajak is net uit de slaapstand gehaald. Haar GPS werkt niet helemaal naar behoren wanneer ze daar te lang in blijft hangen.

Nee, het gaat vast anders: in het leesgedeelte van mijn brilleglazen verschijnt de naam van de spreekster wanneer ik haar aankijk. De mogelijkheid om meer gegevens over haar te weten te komen laat ik gemakshalve links liggen. Dank zij een bugje in de software begroet ik Mientje als hare majesteit, maar zelf had ze al via haar mobiele oordopjes gehoord dat een infuus met nieuwe update bij me aangelegd moet worden. Hierna wijst het compas me, op een van te voren ingebracht tijdstip, rechtstreeks naar de koffiekamer. Mocht ik onderweg door wat voor omstandigheden dan ook blijven treuzelen duikt binnen de kortste keren een verpleegkundige uit het niets op vergezeld van een crashcar. De chiplezer herkent automatisch mijn gegevens en wat er aan de hand zou kunnen zijn. Daar moeten ze ook eens wat voor uitvinden want vaak is het loos alarm omdat ik af en toe vanaf de 85e verdieping van het mooie uitzicht over de uiterwaarden geniet via mijn automatisch inzoomend brilleglas. Kijkend naar de vogels die voorbij het raam zweven vertelt mijn bril me wat voor soort het is en waar de gevleugelde vandaan komt en waar hij naar toe gaat. Het receptje hoe het dier als ovenschotel op te dienen knipper ik haastig weg. Wanneer ik de reclamestand volop zou inschakelen komen op zo’n moment vliegtuigmaatschappijen en hotels langs om met hun aanbiedingen te leuren.

In de koffiekamer aangekomen denk ik aan de allernieuwste ontwikkeling die er voor gaat zorgen dat een e-reader in mijn bril geintegreerd wordt. Door middel van een bepaalde oogbeweging blader je door de leesstof heen. Dit zou een fantastische doorbraak betekenen. Net zoals mijn zichzelf op sterkte aanpassende brilleglazen van tien jaar geleden.

Zelf bezit ik geen smartphone omdat je alles wat je met dit kleinnood kunt ook op je pc beschikbaar hebt. Misschien zou ik er een aanschaffen wanneer ik een berg ga beklimmen in een afgelegen gebied of veelvuldig in contact moet blijven met deze of gene. Of wanneer ik elke dag uren in de trein zit zodat ik via Google Apps alvast in mijn gedeelde documenten werken kan, een dikverdiende vakantie reserveer, voor die tijd een afspraak met mijn tandarts maak en mijn gmail bekijk. Wanneer ik geen zin heb in werken luister ik naar muziek of lees een boek. Dit alles onder voorbehoud dat ik een keus kan maken tussen de super-smartphones iPhone 4 of Samsung Galaxy S II.

Misschien is op dit moment al een app voor de mobiele presentatie van de website van MijnGelderland voorhanden. Tijdens het invoeren van de teksten onder regio Arnhem en Veluwe moest ik er onlangs voor zorgen dat deze kort waren, hooguit tussen de 75-125 woorden. Het vergt wat creativiteit om in minder woorden evenveel te zeggen en bij regios lukte dat aardig. Maar zou dit bij andere informatie niet ten koste gaan van de diepgang van het onderwerp?

Hoe biedt je de vele informatie die zich in je archief bevindt op zo’n lilliputter schermpje aan? Stel dat alle archieven zijn gedigitaliseerd, getagd en beschreven. Via een al dan niet slimme zoekmachine app (a la aquabrowser) krijg je treffers waar jouw zoekwoord in staat. Wat krijg je voorgeschoteld wanneer je zo'n treffer opent? Is de informatie al ingekort of wordt het moeizaam scrollen? Is al bekend dat jouw vraag ooit gesteld gaat worden of al gesteld is? Haalt de zoekmachine alle informatie als losse regeltjes uit een database en moet je zelf het antwoord bij elkaar sprokkelen? Hoe bestel je een foto als je eerst een vergroting wilt zien?

Blijft de aan te bieden informatie niet steken op openingstijden, geografische ligging of het reserveren of verlengen van een boek of archiefstuk? Vergezeld van ongevraagde reclame want de digitale advertentiemarkt vaart er wel bij.
Ik las dat wanneer je als ontwikkelaar je app publiceert in een app store je daar 70% van de verkoopprijs voor ontvangt. De kans is niet erg groot maar in het gunstigste geval kan dat oplopen tot 250.000 dollar per 2 maanden. Omajak denkt nu diep na over een cursus HTML5 en Javascript.